| *[6411]*
Fens confronteert dit debuut met uitgangspunten zoals Albert Westerlinck die in zijn essay 'De katolieke roman in deze tijd' (in de bundel "Wandelen al peinzend") verwoordt, en moet constateren: "bij Nederlandse katholieke schrijvers heeft de wereld dan vaak het formaat van de katholieke huiskamer", zoals ook al aan de orde is gekomen in de bespreking van Jos Panhuysen's "Gewoon bespottelijk", "dat door zijn 'Wandel niet in water' verre wordt overtroffen". – In de hier besproken publikatie "is het wezenlijke verdwenen voor het bijkomstige", en dat is Fens' hoofdbezwaar, al gelooft hij dat Van Beek "schrijftalent bezit".
Uitvoerig komt "het beste verhaal uit de bundel, 'Naar buiten kijken'" aan de orde, en wordt mislukt bevonden evenals 'Afscheid van Charley' en 'Halfstok' ('Een zonnige voorjaarsdag' wordt buiten beschouwing gelaten omdat daar "een litteraire vondst tot een middeltje misbruikt is"). – Fens wijst nog op kwaliteit van personages als die in "Moira" van Julien Green, en bij Walschap. |