| *[6379]*
Uitvoerig over het werk van Engelman (karakterisering; plaats in traditie; motieven). Fens citeert uit de cyclus 'Ambrosia' in de bundel "Het bezegeld hart" (o.m. de derde en vierde strofe van 'Aandachtig lied'); uit 'Mater amabilis' in de verzameling "Verspreide gedichten"; regels uit 'Oudejaarsavond'; en het laatste gedicht van de besproken publikatie: 'Vogels en wolken'. Ter sprake komen ook de liefdesliederen uit "De tuin van Eros".
De "voortreffelijke" monografie van Cartens krijgt slechts een korte signalering; wel wijst Fens nog op de in dat boekje te vinden uitvoerige, "bewonderenswaardige" analyse van de cantilene 'Vera Janacopulos': "zal voor elke lezer een openbaring zijn". |