| *[6218]*
Zeker meer dan 1000 woorden tellende necrologie in rubriek 'Postuum'. Met over twee kolom een foto van Eddy Posthuma de Boer: Arthur Lehning in 1999.
Fens citeert in dit stuk Lehning's eigen verklaring van de titel "Ithaka" (essaybundel van 1980); daarin noemt Lehning "Prinzip Hoffnung" van E. Bloch, en citeert hij uit Kafavis' gedicht 'Ithaka'. Ook wordt het begin aangehaald van Lehning's inleiding op de in 1963 verschenen, door hem en Jurriaan Schrofer gemaakte keuze uit het maandblad 'Internationale Revue i10' (1927–1929); daarbij komt Mondriaan ter sprake. – In de voorlaatste alinea geeft Fens een hem ooit te Haarlem door Lehning met veel gezag toegevoegd mondeling oordeel weer over de grootheid van Adriaan Roland Holst.
Van Lehning worden nog genoemd: zijn uitgave van de werken van Michail Bakoenin; het in 1954 verschenen "H. Marsman, de vriend van mijn jeugd"; "Marsman en het expressionisme" (1959; Fens: "het beste dat in Nederland over het expressionisme is geschreven"); "De draad van Ariadne" (1966); "Prometheus en het recht van opstand" (1987). – Voorts vermeldt Fens het bij Lehning's negentigste verjaardag gepubliceerde boek "Voor Arthur Lehning" waarin o.m. een tien jaar eerder verschenen heel uitgebreid interview "dat de breedte van Lehning en de eeuw die hij zo intens heeft beleefd meer dan alle recht doet". |