| *[5840]*
Dit stukje verscheen op de zaterdag voor carnaval. – Met een aantal citaten uit het besproken prozadebuut: volgens Fens (die belijdt dat hij carnaval nooit zal kunnen begrijpen): "een ode aan de vreugde (...) een lyrisch werk, recht uit het gelovig hart", een "persoonlijk lentefeest" van de ex–seminarist Van Duinkerken van 1928.
Genoemd worden ook diens "Brabantse herinneringen", de "Verzamelde geschriften" (1962), "Onder Gods ogen", "Hart van Brabant", "Begrip van Rome", "Waarom ik zo denk", "Welaan dan, beminde gelovigen". |