| *[5648]*
Fens citeert drie door A.D. Moody in diens "Thomas Stearns Eliot Poet" aangehaalde regels, die zelf weer een fragment blijken te zijn van een vijf–regelige strofe (verderop door Fens ook geciteerd) uit "The Hollow Man"; daaraan demonstreert hij hoe losse, geciteerde en daarmee buiten hun oorspronkelijke context functionerende poëziefragmenten kunnen werken bij een associërende en tot verbijzonderend interpreteren geneigde lezer. |