| *[5518]*
Na deze (positieve) bespreking maakt Fens een balans van Vlaamse en Noord–Nederlandse literatuur waarbij hij komt "aan drie, en met enige zelfverloochening, aan vier namen" (door hem overigens niet genoemd) die kunnen opwegen tegen Walschap, Teirlinck, Elsschot, Gijsen, Roelants, Daisne, Boon, Michiels, Claus. |