| *[4698]*
Met afbeelding van Pieter Corneliszoon Hooft.
Tekst van een toespraak gehouden op zaterdag 24 mei 1997 tijdens de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, ter herdenking van de driehonderdvijftigste sterfdag van P.C. Hooft.
Met een zevental aanhalingen uit bekende en minder bekende gedichten; ook wordt de aanhef van de "Historien" geciteerd, uit de omgespelde bloemlezing van Nijhoff.
Genoemd worden nog Hooft's rijmbrief aan de rederijkerskamer In Liefde Bloeyende (1602), en brieven aan de Leuvense pater Capucijn Gabriël en aan zijn zwager Baek. Verder "Duytsche Lier" van Jan Luyken, Poot's 'De maen bij Endymion' en "Mei" van Gorter. |