| Geciteerd worden de eerste vijf regels van 'Angst' van M. Vasalis, en een lange passage uit haar "Dankwoord bij de aanvaarding van de P.C. Hooftprijs"; verder de eerste drie regels van 'De krantenvrouw' uit de bundel "Het huis" (1925) van Marnix Gijsen en een regel uit Gorter's "Mei". |