| *[4648]*
In een kernachtige typering van Teirlinck's schrijverschap en de aard van zijn proza komen van deze recent overleden auteur ter sprake: zijn "Monoloog bij nacht" (waaruit een in dit artikel behandeld citaat); "Zelfportret of het galgemaal" (1955); "Het ivoren aapje" (1909); "Het gevecht met de engel" (1952). |