| Uit de besproken postume publikatie citeert Fens de verzen 'zeven kamelen║ trekken langs de horizon (...)', 'mijn eerste storm║ ik zat in een oud koetsje (...)', het gedicht bij de dood van Jan Elburg, en de slotregels van het laatste gedicht van de bundel; verder nog enkele korte aanhalingen.
Genoemd worden de bundels "De zichtbare ruimte" en "De deur". |