| *[4203]*
Met over twee kolom een foto van Ed. Hoornik [tijdens een receptie] in gesprek met Bert Voeten. – Ingekaderde kop in de tekst: Dubbelganger als experimentele romanfiguur.
De tweede en derde alinea uit het eerste hoofdstuk van het besproken boek worden geciteerd en geanalyseerd.
Genoemd worden het episch–lyrische gedicht "Mattheus" waarmee Hoornik in 1938 debuteerde, en de meer recente overwegend epische gedichten "De vis" (waaruit een aanhaling) en "De overweg"; verder het in 1966 in kleine oplage verschenen herdenkingsartikel "Voor altijd Dachau", waarvan uit de slotalinea geciteerd wordt. |