| *[3809]*
In de eerste helft van het stuk rekent Fens af met het "jezelf opblazen terwille van de knaleffecten" zoals gepractiseerd door uitgeverijen (en dan met name door Querido tgv. de aanbieding van Andreas Burnier's recente debuut "Een tevreden lach"); in de tweede helft met een moralistisch betoog van Ruyslinck [in dit stuk meestal 'Ruyselinck' gespeld RM] tegen "over–sexuele, sadistische en faecalistische tendenzen in de literatuur van jongeren, die zijn eigen tijdgenoten zijn". Ruyslinck had volgens Fens een voorbeeld kunnen nemen aan "Westerlincks knappe opstel 'Over de crisis van de persoonlijkheidswaarde' uit zijn essaybundel "Alleen en van geen mens gestoord" (hier vroeger besproken) (...) de predikantenretoriek van de lezing zou ons bespaard zijn".
[Op zaterdag 2 oktober 1965 plaatst "De Tijd–Maasbode" een lange 'Open brief aan Kees Fens' van W. Ruyslinck; daaronder is, met een portretfoto van Ward Ruyslinck, het (zeker zo lange) antwoord van Fens afgedrukt: "Literaire waarde en levenswaarde. Drek– en drift–literatuur". Zie hiervoor het desbetreffende lemma in deze bibliografie. RM] |