1973-05-19 Binnenwerk, gekkenwerk en andere poëzie | |
---|---|
Volkskrant (vanaf 31 augustus 1968) 1973-05-19 recensierubriek ( > plm. 1000 woorden) | |
opmerking | |
*[3718]* Het stuk valt uiteen in drie delen: – boven het eerste, dat de bundel van Ouwens behandelt, staat tussen horizontale lijnen ingekaderd in groot en vet korps: Intieme handelingen van Kees Ouwens; – boven het tweede (idem; behandelt de bundel van Gelderblom): Autobiografie in versvorm; – boven het derde (idem maar in kleiner korps): Opgezette vlinders en zachte ironie. | |
Termen | |
• Achterberg, Gerrit • ambiguïteit van woorden en zinnen » dubbelzinnig woordgebruik • Deel, Tom van • Geel, Chris J. van • gekunsteld » gemaakt» kunstmatig» geforceerd» onecht» aanstellerij&raq • Gelderblom, Arie(–Jan) • ironie » ironisering » ironisch ( –e toon) » sarcastisch » afweer&ndas • Kopland, Rutger [pseudoniem voor R.H. van den Hoofdakker] • Korteweg, Anton • Otten, Willem Jan • Ouwens, Kees • poëticaal » over het schrijven (zelf) schrijven » dichten als literair motief • portret » –ten » portretkunst » portrettering » SOMS: uiterlijk (fysio • psychische verwarring » mentale verwarring » dementie : als literair motief • schrijven als literair motief» schrijverschap cq zin v.literatuur als lit.mot. • spel met anekdote » spel met alledaagsheden » SOMS: symboliek in anekdote • Teylingen, Hendrik van | |
Besproken publikaties | |