| In dit badinerend stukje waarin Fens allerlei (lezers–)jaloezie opbiecht, wordt o.m. genoemd: de "Max Havelaar", naast "half Dostojevski" en "Rilke": door sommigen al "op hun vijftiende" gelezen, dwz. op een leeftijd waarop Fens Coolen een groot schrijver vond ("dat vind ik trouwens nog"); verder: "de laatste bundel van Kouwenaar" die zoek is. |