| *[3181]*
Met enkele citaten: het begin van 'Wedergeboorte' uit "Posthume verzen" (1961) en van 'Kerstnacht' (Burssens' heel conventionele debuut in "Vlaamsch Leven" 1915); een fragment uit 'Ook een treurmarsch' uit "French en andere cancan" (1935) en de vierde strofe van 'Van een gigue die als kantiek bedoeld werd' uit "De eeuw van Perikles" (1941).
Genoemd worden verder nog de bundels "Verzen" (1918) en "Elegie" (1943); bovendien de door Jonckheere en Kool in 1956 verzorgde Burssens–bloemlezing "Het neusje van de inktvis", het "Verzameld Werk" van Van Ostaijen, en het 'Verantwoordend uitgeleide' van de verzorgers van de besproken editie. |