1971-04-24 Aan de rand van de stilte. "Het zinrijk" gedichten van Chr. J. v. Geel | |
---|---|
Volkskrant (vanaf 31 augustus 1968) 1971-04-24 recensie–rubriek ( < plm. 1000 woorden) | |
opmerking | |
*[2936]* Met grote foto van Chr. J. van Geel. Geciteerd en besproken wordt het eerste, titelloze gedicht uit "Spinroc en andere verzen" (1958): 'De lichtste kleur bijt in de uiterste grens (...)'; Fens constateert van de twee eerste regels ervan een duidelijk andere aard dan het vervolg, en vergelijkt ze met de soms zeer korte gedichten van de besproken bundel. Zo komen (geciteerd) aan de orde: het titelloze 'Om de dorre bladeren te ontlopen (...)', 'Naaste', 'Kleuter', de eenregelige tekst 'Eenvoudig, de duinen, eenvoudig.', 'Uitzicht', 'Nazomer aan de rivier', 'Polder bij zee', en het titelloze 'Niet in vervulling ging, in ouder worden (...)'; genoemd wordt nog 'Bij de dood van mijn grootvader'. | |
Termen | |
• bewerken (–ing) » inkorten » herschreven » herzien » kuisen van tekst( • Bloem, J.C. • eenvoud » eenvoudig » onverbloemd » simpel » (romantisch) ongecompliceerd • foto (–'s) van auteur(s) » met foto van auteur(s) • Geel, Chris J. van • Gerhardt, Ida G.M. • Hussem, W. • inbreng door» van lezer bij interpretatie • kort gedicht » klein gedicht » kleine verzen • lezer, persoonlijke inbreng van – • natuur als literair motief • natuur in cultuur gebracht » natuur vermenselijkt (Van Geel) • stil » stilte » rust » wat stil is » (op of net over de rand van het) zwijge • vereenvoudiging » bekorting » bekort • verstechniek » poëtische middelen » versbouw » ambachtelijkheid als dichter • waarneming in gedicht(en) • wit [typografisch wit » dichterswit in poëzie » blanco pagina] | |
Besproken publikaties | |