1967-12-16 Ondervragen van gedichten. "Vondsten en bevindingen" van d'Oliveira
Dagblad De Tijd\De Tijd–Maasbode (vanaf 8.2.1956) 1967-12-16 groot zaterdag–artikel (meer dan ± 1800 woorden)
opmerking
*[2913]*
Met portret van H.U. Jessurun d'Oliveira.
Tussenkopje [ingekaderd in horizontale lijnen]: Goede poëzie heeft altijd een residue van onoplosbaarheid.
Ter sprake komen o.m. d'Oliveira's behandeling van: Bloem's laatste vers "Utrecht: Bemuurde Weerd"; Hamelink's "Zeemorgen"; Vestdijk's "De uiterste seconde"; Slauerhoff's "Het boegbeeld: de ziel"; Hoornik's "De vis"; Ten Berge's "Kockyn".
Termen
analyse van poëzie » analytische methode tav. poëzie » poëziebeschouwing Berge, H. C. ten blijvend boeiend want onoplosbaar Bloem, J.C. deel / geheel essay » essayist » essayistisch » essayistiek » studie » beschouwing & gedicht als schaduw van de gestalte die altijd naar zich laat raden gedicht is unieke eenheid Hamelink, Jacques Hoornik, Ed. ik–perspectief » ik–figuur » het "ik" » ik–vorm » interpreteren: streven naar eenheid (van tegendelen bv.) interpreteren: van deel naar geheel (geheel = eenheid van samenhangende delen) klein representeert groot (bijzonder detail = groot geheel) Oliveira, H.U. Jessurun d' poëzie: goede – raakt niet op » – wordt nooit uitputtend geïnterpreteerd Slauerhoff, Jan Jacob structuuranalyse » structuuronderzoek » vormanalyse Vestdijk, Simon
Besproken publikaties
  • Vondsten en bevindingen / H.U. Jessurun d'Oliveira

  • Open originelen in nieuw venster: Deel _1  Deel _2  Deel _3