| *[2692]*
Van Terborgh worden, behalve het nader besproken boek, genoemd: "Het gezicht van Penafiel"; "De meester van de Laertes"; "De condottiere"; "Le petit chateau"; zijn vertaling van het vers "Exil" van Saint–John Perse. Verder wordt melding gemaakt van de onbekendheid van zijn verzen.
Uit het (negatief) gerecenseerde boek van Gunzel–Lubbers een typerend (vernietigend) citaat.
Aan het slot van het stuk de aankondiging van een herdruk van L.P. Boon's (bewonderde) "De voorstad groeit" uit 1942. |