1965-04-13 Poëzie II | |
---|---|
Dagblad De Tijd\De Tijd–Maasbode (vanaf 8.2.1956) 1965-04-13 recensie max.1000 wrdn \ één kolom; cursief\romein | |
opmerking | |
Drie gedichtjes van Hussem (van wie ook de vorige bundel "Lente in de herfst" wordt genoemd) worden geciteerd, alsmede de eerste twee strofen van het eerste vers van het reeksje "Gesloten gedicht" uit de bundel van Nooteboom. Daaruit worden nog vermeld: 'Hij is tijd', 'Een roker aan zee', 'Rivièra–verzen'. Genoemd wordt nog de dissertatie van W. Blok (1960) "Verhaal en lezer. Een onderzoek naar enige struktuuraspekten van 'Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan' van Louis Couperus". | |
Termen | |
• analyse van poëzie » analytische methode tav. poëzie » poëziebeschouwing • bewondering motor van analyse • Blok, W. • Croiset, Max • fascinatie » fascinerend : door het onbegrijpelijke» onbegrepene» onduidelijke • gevoelsmatig toegankelijk» inleefbaar SOMS: – ontoegankelijk» niet inleefbaar • Hussem, W. • kort gedicht » klein gedicht » kleine verzen • moeilijke poëzie » ontoegankelijke poëzie » hermetische poëzie • Nooteboom, Cees • poëzie: nieuwe versus traditionele • poëziekritiek » poëziebeoordeling » recensie c.q. recenseren van poëzie • tekening en literatuur » tekening(en) en poëzie • titel » titels [van boek» tekst» tijdschrift» (–en); OOK: functie va | |
Besproken publikaties | |