1983-01-21 gedicht van de ene letter, Het | |
---|---|
Volkskrant (vanaf 31 augustus 1968) 1983-01-21 Poëzie essay vrijdag (plm. 1200 woorden) | |
opmerking | |
*[2038]* [Cf. "De tweede stem" (1984), p 56–60.] Verscheidene beginregels van Nederlandse gedichten die met een "o–regel" beginnen worden genoteerd; die werden 'losgelezen' bij de lectuur van Jan Eijkelbooms tweede bundel "De gouden man", waarin een geheel geciteerd gedicht staat dat 'O' heet: 'O, dat ik ooit nog eens║een vers met o beginnen mocht...'. Van Leopold wordt de eerste strofe weergegeven van 'O nachten van gedragene extase...'; van Bloem de eerste strofe van 'Hemelen'. | |
Termen | |
• 1984: DIT STUK IS IN "DE TWEEDE STEM" DOOR FENS GEBUNDELD • Bloem, J.C. • Eijkelboom, Jan • Gezelle, Guido • Gorter, Herman • Hooft, Pieter Cornelisz • kunstmatig (–heid): hypergeraffineerde constructie » overzorgvuldig» –verfij • Leopold, J.H. (Jan Hendrik) • Lucebert [pseudoniem van Lubertus J. Swaanswijk] • nacht als literair motief » duisternis c.q. donker als literair motief • Nijhoff, Martinus • O (oh !) [aanroep » toespreking » verzuchting]: kiemcel van alle lyriek • o–regels » o–verzen • Paaltjens, Piet [pseudoniem voor François HaverSchmidt] • spontaneïteit • suggestie van Fens: geschiedenis van de O (oh!) schrijven • Vondel, Joost van den |