| *[1972]*
[cf. "Een gedicht verveelt zich niet. Over poëzie", Em. Querido's Uitgeverij b.v., Amsterdam 1987, p 15–18.]
Van een auteur van wie geen naam wordt genoemd [het betrof L. v.d. Hengel] uit een tijdschrift dat eveneens ongenoemd blijft [Maatstaf 1985, nr 6, p 31–32] wordt een sonnet "Het Friese wad" geciteerd en negatief besproken, waarbij Fens zijn normen expliciteert. Hij noemt uit dezelfde publikatie "Wandeling" van Eva Gerlach [ib. p 14] als voorbeeld van een gedicht dat hem wèl veel mogelijkheden tot betekenisgeving biedt. Van de eerste auteur wordt nog de eerste strofe van "De bouwval" geciteerd, en eveneens afgewezen. |