| [cf. "De tweede stem" (1984), p 41–44] – Geciteerd wordt (in Nederlandse vertaling) 'Poëzie' van Valéry; verder 'Een gedicht' uit "Maagdenburgse halve bollen" van Komrij. Ter sprake komen verder de eerste vijf regels van "Mei" van Gorter, 'Najaar' van A. Roland Holst (waarvan de eerste vier regels worden afgedrukt), en 'Insomnia" van Bloem. |