| *[1311]*
Geciteerd worden twee gedichten uit de debuutbundel "Soldatenliederen" van Anna Enquist: 'Andante' en 'Sublimatie'; onder beide staat een muziekverwijzing (Brahms, Schubert).
Genoemd worden andere gedichten met muziekverwijzingen: Gezelle's `'t Er viel 'ne Keer' (Beethoven); Ida Gerhardt's 'Clara Haskil' (Mozart); Vestdijks gedicht over de Wals van Glazoenov. Van Nijhoff wordt de keerregel uit het sonnet 'Sonate' (uit "De wandelaar") aangehaald: "Hoor de sonate der klavecimbale".
Aan het eind van het stuk wordt gememoreerd dat de bundel "Thule" van Anneke Brassinga slechts kon verschijnen met steun van het Fonds der Letteren, hoewel haar voorgaande bundel "Landgoed" bekroond was geworden; dit is aanleiding tot de vraag of al die voorgelezen poëzie (in het stuk ter sprake gekomen mbt. het Haags huiskamerfestival: dichters lezen voor) wel wordt gelézen. |