| Met foto van Cola Debrot. – Genoemd worden o.m. Debrots essay over een vertaling door Lehmann van de psalmen van Quevedo; zijn essay 'De wetende glimlach' in "Kompas der Nederlandse letterkunde" (1947); zijn novelle "Mijn zuster de negerin" (1935); en de door Oversteegen in deel 5 van "Verzameld werk" aangebrachte delen: 'Kunst en leven' (cf. 'Ars et Vita', 1945), waarin: 'Tegenstellingen', 'Een Spaanse psalm', 'De ketters van het humanisme'; 'Portretten' (met 'Ontmoetingen met Nijhoff' en het nagelaten stuk over Céline); 'Kritieken'. |