| *[10440]*
Het stuk lijkt één metafoor, van de zich aan intense (natuur–) ervaring sterkende, hopende gelovige:
"...hij komt buiten de tijd te staan en al doorluisterend verstaat hij iets van zichzelf."
"En bij sommigen is er een beeld van een stad in de verte die steeds dichterbij lijkt te komen. En waarvan anderen iets in hun ogen kunnen zien."
Er komen een aantal lezersreacties in het weekbladnummer van 9 november 1979. Een meer algemeen waarderende van A de Boer uit Deurne; van P. Jongejan uit Apeldoorn een anti–seculariserings gestelde (: "Er bestaat geen vrijheid van geloven [...] want geen enkele waarheid is afhankelijk van wat wij geloven"); een van Evert van Grol uit Amersfoort, die trouw aan het pauselijk leergezag als norm stelt; een pleitend voor een persoonlijk te ontwikkelen geloof, waarbij ook paranormaal ervaren gegevens een zinrijke rol spelen, van P.L. Zuurhout–Leersveld te Nieuwegein; en van H. Macrander uit Vorden, die o.m. twijfelt aan de goddelijkheid van Christus.
|